Deglobalisatie 2.0: hoe gaat het onze markt veranderen?

Globalisering is het proces van groeiende interactie en integratie tussen mensen, bedrijven en overheden wereldwijd; economische expansie in een globale ongereguleerde markt. In het verleden hebben we zowel groei als krimp gezien. Na 1910 ontstond door de wereldoorlogen een lange periode van deglobalisatie. Pas in 1970 kwam de wereldeconomie weer op het oude niveau van 1910. Sinds 1990 is globalisering enorm toegenomen en is nu ruim twee keer zo groot als toen. Rond 2010 was de groei er echter uit. Adjiedj Bakas schreef daar een paar jaar geleden het boek Slowbalisation over. Toen stagneerde de groei, maar op dit moment spreekt men zelfs over deglobalisatie – een krimpende wereldwijde economie en markt. Maar wat drijft deze verandering? En wat betekent dat voor onze markt?

Grenzen aan de groei

Deglobalisering begon al voor de Brexit en ‘Make America great again’ aan de horizon verschenen. Tijdens het World Economic Forum werd gesteld dat Trump en de Brexit slechts symptomen zijn van de afnemende globalisatie. Het gebeurt immers niet alleen in de VS en het VK, maar op veel meer plaatsen ter wereld. Men noemt het Deglobalisatie 2.0: een volle eeuw later staat globalisering ‘weer’ onder druk. De wereldhandel op het gebied van productie is door de financiële crisis nog steeds lager dan dat hoogtepunt in 2007.

Deglobalisatie begon in democratieën en niet in dictaturen. Anti-globalisme kan vanzelfsprekend in een democratisch land eerder het beleid beïnvloeden dan in een dictatuur. En verrassend is dat deglobalisatie ook de kop opduikt in landen die van nature globaal denken en handelen. Sommigen stellen dat iedere globalisatie het zaadje plant voor een volgende deglobalisatie-golf. Vergelijkbaar met de 50-jarige economisch golven van Kondratieff. Als het interessante laaghangende fruit is geplukt, worden de kosten om voordelen te realiseren groter. Tot het moment dat de (maatschappelijk) kosten groter worden dan de (economische) baten.

Terug naar lokaal

Globalisatie heeft in het begin enkel winnaars; bijna iedereen gaat erop vooruit. Maar als arbeid wordt verplaatst naar lagelonenlanden, of we goedkopere arbeidskrachten importeren, dan zijn de laaggeschoolde en laagbetaalde burgers in het nadeel. We zien dat digitalisering het mogelijk maakt veel werk op een nieuwe manier te automatiseren of in te richten. Hoewel vaak wordt gesteld dat digitalisering ook níéuwe banen creëert, kunnen we globaal gezien vaststellen dat voor het onderhouden van onze welvaart steeds minder mankracht nodig is, zowel in fysieke als in mentale vorm.

Daarnaast wordt energie niet goedkoper en blijft het wereldwijd verplaatsen van goederen duur. Duurder dan het op een slimmere manier lokaal te gaan maken. Nieuwe technieken als 3D-printing of moderne voedselflats met stadsproductie maken het mogelijk de productie veel dichter bij de consument te houden. Dat betekent dat ‘meer toegevoegde waarde lokaal wordt gecreëerd. In een eerdere blog haalde ik het voorbeeld aan van een Nederlands bedrijf dat nieuwe montage-robots had aangeschaft. Per saldo creëerde dat in Nederland werkgelegenheid omdat deze ondernemer mensen moest aannemen om die robots te programmeren en te bedienen. Maar voor de voorheen tientallen Chinese medewerkers was in China daarna geen werk meer.

On-shoring

Off-shoring slaat om in on-shoring: lokaal op nieuwe geautomatiseerde en gedigitaliseerde wijze de gewenste producten en diensten maken. Offshoring werd in de jaren tachtig populair toen veel productie naar lage lonen werd verplaatst. En in een groeiende economie en met groeiende handelsmogelijkheden waren toen voor ‘achterblijvers’ de negatieve consequenties minder groot dan de voordelen. Na 2007 is het voordeel enorm verminderd maar het nadeel gebleven of zelfs groter geworden. De deglobalisatie-golf zal voorlopig nog wel aanhouden. De politieke stemming die dit proces drijft lijkt nog lang niet verdwenen.

Tegelijkertijd voltrekt zich de komende decennia een enorme economische verschuiving van Europa en de US naar Azië; van west naar oost. En daarna zullen we ook de groei van Afrika zien komen. In het laatste boek van Adjiedj Bakas ‘The new renaissance’ stelt hij dat democratie de afgelopen jaren ook een ‘emocratie’ is geworden. Emoties worden steeds belangrijker dan alleen maar economische en maatschappelijke rijkdom. Vergelijkbaar met de piramide van Maslow. Als alle basisbehoeften zijn vervuld, wordt waardering, zelfrespect, zelfverwerking en on top daarop zelftranscendentie steeds belangrijker. Dat laatste aspect heeft Maslow vlak voor zijn dood in 1970 nog toegevoegd aan zijn al in 1943 gepubliceerde piramide.

De emotionele revolutie

Deze emocratie heeft een serieuze impact op de maatschappij. Zelftranscendentie wordt ook wel het bovenzintuiglijke bewustzijn genoemd. Meditatie, flow en mindfulness om als individu het ruimer perspectief te kunnen (over)zien. Men stelt dat de meest serieuze beperkingen van de mensheid niet technisch van aard maar vooral menselijk zijn. Door digitalisering wordt het mogelijk dat we sociaal steeds meer bij alles wat er op de wereld gebeurt, betrokken (kunnen) zijn. Dat creëert zo’n intelligent rijk sociaal weefsel dat we – nog los van alle fakenews – tegen de grenzen van onze tegen cognitieve capaciteiten aanlopen. Heel veel uitdagingen kunnen we als individu niet meer aan en dat vraagt een nieuw soort collectieve intelligentie.

Ik zie om mij heen nieuwe ecosystemen van bedrijven en personen ontstaan. Bedrijven zijn minder in staat om volkomen zelfstandig complexe projecten alleen uit te voeren. Zij hebben vaker aanvullende eco-partners nodig in een keten van wisselende samenstellingen. Dat vraagt nieuwe intelligentie in het vinden, verbinden en organiseren van deze individuele organisaties in passende ecosystemen. Nieuwe hulpmiddelen, nieuwe werkplekken, nieuwe vaardigheden, nieuwe afspraak- en samenwerkingsmodellen. Samenwerking in een coöperatie waar men binnen een populatie van gelijkgezinden met verschillende kennis en vaardigheden projecten oppakt en uitvoert. Er bruist in de markt een nieuw elan van dit soort innovatieve initiatieven, wat uiteindelijk een merkbaar effect heeft op onze maatschappij.

Omgekeerde Industriële revolutie

In een blog van 2016 schreef ik over de ‘omgekeerde industriële revolutie’. Hoe we van gecentraliseerd produceren wellicht weer naar kleinschalige huisarbeid gaan. Hoe het belang van globale economieën mogelijk teruggaat naar veel kleinere lokale economieën. Hierbij moeten we nadenken over verdere automatisering en digitalisering, met daarbij onontkoombaar kortere werkweken, wellicht een basisloon, veel hogere pensioenleeftijden en inzetten op ‘education’ permanente’.

Dit zorgt voor een paradigmaverschuiving in onze samenleving. Ten tijde van de industriële revolutie trok iedereen naar fabrieken en de stad omdat daar handel was. In onze huidige digitale wereld kan men overal produceren en handeldrijven en daarmee lijken we terug te gaan naar een lokale en gedistribueerde economie. Een omgekeerde industriële revolutie.

About the Author: Dell Technologies