Splinternet: over de groei van internet en privacy

In 1969 werd in Amerika een netwerk ontwikkeld dat de naam ARPANET kreeg. De naam was afgeleid van het Advanced Research Project Agency van het Amerikaanse ministerie van Defensie (DoD). Het was het eerste operationele pakketgeschakelde computernetwerk waarmee onderzoekinstituten elkaars computers konden delen. Deze waren namelijk schaars en duur en op die manier kon redelijk makkelijk sharing van computercapaciteit worden gerealiseerd.

Vaak wordt gedacht dat ARPANET was ontwikkeld om tijdens een kernoorlog een communicatienetwerk in de lucht te houden, maar dit is een populaire misvatting. Wel was het met dusdanige robuustheid ontworpen om bij lokale netwerkproblemen zo lang mogelijk operationeel te blijven. Het idee dat dit type netwerk een kernoorlog kon overleven speelde geen rol bij de besluitvorming over ARPANET die in 1968, nu vijftig jaar geleden, plaatsvond.

Routers
Omdat er nog geen routers bestonden, besloot men op elke netwerklocatie een minicomputer in te zetten als Interface Message Processor (IMP). Deze fungeerde als interface tussen de vele soorten en typen computers die in die tijd op researchinstellingen werden gebruikt. De IMP’s waren de voorlopers van onze huidige routers. In 1969 waren er vier knooppunten aan de westkust van Amerika. In 1971 was dat aantal gegroeid naar 15 locaties met in totaal 23 aangesloten computers.

Langzamerhand werd het ARPANET verbonden met andere (lokale) netwerken en werd het de backbone voor een groeiende netwerkinfrastructuur. In de jaren tachtig verloor het netwerk zijn militaire functie toen defensie haar eigen netwerk MILnet operationeel maakte en daardoor niet meer rechtstreeks met ARPANET verbonden was. In 1988 werd ARPANET uiteindelijk buiten gebruik gesteld omdat het internet zoals we dat nu kennen intussen operationeel was geworden.

Internetworking
In 1974 was een protocol ontwikkeld om ‘internetworking’ te realiseren: het onderling verbinden van netwerken. In 1983 stapte ARPANET over van NCP – Network Control Protocol – naar TCP/IP als netwerkprotocol. TCP staat voor Transmission Control Protocol en IP voor internetprotocol. De groei van computers verbonden via TCP/IP was groot en rond 1990 werd het bijvoeglijke naamwoord een zelfstandig naamwoord en was de term ‘internet’ een officiële naam geworden: het internet.

Internet is een pakketgeschakeld netwerk zonder garantie op enige service. Een pakketje met gegevens kan verloren gaan, sterker nog, bij overbelasting van een bepaalde lijn wordt zelfs aangeraden pakketjes weg te gooien. Het TCP-protocol houdt in de gaten of alle pakketjes in de juiste volgorde aankomen. Als de zender hier geen bevestiging van krijgt dan stuurt hij/zij enige tijd later het niet aangekomen pakketje nog een keer. TCP/IP is daarom een mooi protocol voor netwerkdiensten waar geen garantie is voor de zekerheid en wanneer bepaalde data aan dient te komen. In 1993 werd het internet, voorheen voorbehouden aan overheid en onderwijs, door de Amerikaanse overheid opengesteld voor bedrijven en particulieren.

World Wide Web
Tegelijkertijd ontstond de behoefte om files en content te versturen via links in netwerken. Om dit te kunnen doen moeten de resources in een netwerk wel een naam hebben. Rond 1985 ontstond het Domain Name System (DNS), een hiërarchisch gedecentraliseerd systeem voor computers, services en andere resources. Een zogenaamde Uniform Resource Identificator (URI) werd vervolgens gebruikt als naam voor de locatie van die specifieke resource. Voor het web is de naam Unique Resource Locator (URL) ingeburgerd om webadressen aan te duiden.

In 1989 werd bij CERN een voorstel opgesteld voor een ‘mesh’ systeem dat, gebaseerd op internetadressen, gebruik maakte van hypertext gelinkte multimedia documenten. In 1990 werd bij CERN een hypertext project gestart om een ‘WorldWideWeb’ te bouwen als een mesh van hypertext documenten die via browsers konden worden bekeken. Het werd opgebouwd als een client-server architectuur. Dit was de geboorte van een op HTML en HTTP gebaseerd wereldwijd open netwerk waar men informatie kan delen. Hoewel de eerste webpagina’s verloren zijn gegaan, is de eerste webpagina van 6 augustus 1991, gepubliceerd op alt.hypertext, nog steeds bewaard.

Ongekende groei
De afgelopen 25 jaar is het internet de basis geweest voor een nieuwe, meer connected wereld op basis van digitale informatie. De pioniers en ontwerpers van het World Wide Web hadden nooit kunnen bedenken dat internet zich tot zo diep in de poriën van onze maatschappij zou nestelen. Het web is nooit ontwikkeld vanuit een privacy perspectief; alle informatie was open en voor iedereen zichtbaar.

Het internet is als de openbare weg: iedereen kan er gebruik van maken en iedereen kan iedereen zien die zich op die openbare weg begeeft. Als je internet in huis haalt, haal je dus een stukje openbare weg binnen. De laatste jaren bekruipt ons een gevoel dat dat open karakter ook een keerzijde heeft: de grote internetbedrijven weten steeds meer van ons. Alles wat we doen is zichtbaar en kan worden vastgelegd. Het internet zoals we dat nu kennen is nooit ontwikkeld met privacy en vertrouwen in gedachte. Het is een neutrale techniek die in al zijn eerlijkheid aan de maatschappij ter beschikking is gesteld en de gebruiker bepaalt of die techniek ten goede of ten kwade wordt gebruikt.

Splinternet

Vertrouwen
Het internet heeft zich net als elke andere techniek ten goede en ten kwade ontwikkeld. Groei van de interneteconomie is mooi, maar dat betekent ook de groei van net zoveel hackers, cyberspies, fake news en inbreuken op onze privacy. De basis van elke gemeenschap is vertrouwen, ook als we gebruik maken van nieuwe digitale gereedschappen. Maar vertrouwen ontbreekt op dit moment. Sommigen zeggen dat het internet gebroken en versplinterd is. Ongeveer de helft van de respondenten zegt dat ze informatie op het internet niet langer vertrouwen. Het internet zoals dat nu bestaat, is op deze wijze volgens velen niet meer in stand te houden.

Staten sluiten hun lokale internetinfrastructuur af voor informatie van buiten. Ze gebruiken het buitenlandse internet om daar opinies te veranderen. Personen gebruiken het internet om fake news te verspreiden. En cyberorganisaties infiltreren onze digitale maatschappij via het openbare internet.

Ondanks alle mooie beloften van het internet ‘is er ergens iets verkeerd gegaan’. Teveel mensen delen teveel informatie waardoor we geen overzicht meer hebben in wat te vertrouwen is en wat niet (meer). Er zijn gelukkig diverse initiatieven – vooral in Europa – om het vertrouwen in het internet op lange termijn weer te herstellen. We hebben meer transparantie en vertrouwen nodig. De mens moet weer centraal komen te staan, inclusief zijn privacy. In mijn komende blogs zal ik op deze interessante Europese ontwikkelingen zeker terug komen.

About the Author: Hans Timmerman

Hans Timmerman (1953) is als CTO binnen Dell EMC Nederland verantwoordelijk voor de ontwikkeling en verdieping van zowel Dell EMC's lokale business en technology development als voor de bestaande strategische allianties en partnerships. Een groot deel van zijn carrière was Hans werkzaam in de Nederlandse vliegtuigindustrie. Daarna bekleedde hij bij verschillende IT-bedrijven management- en directiefuncties.